Download de brochure (pdf)

Doorblader de brochure online

8. WAAROM BLIJVEN RANDGEMEENTEN ROND BRUSSEL VLAAMS, OOK ALS ER EEN MEERDERHEID ANDERSTALIGEN WOONT?


De gemeenten in de Rand rond Brussel behoren tot het Nederlandse taalgebied. Doordat de voorbije decennia heel wat Franstaligen naar die randgemeenten verhuisd zijn, spreken steeds meer inwoners er Frans. In de faciliteitengemeenten zijn de Franstalige inwoners zelfs in de meerderheid. Toch blijven die randgemeenten officieel uitsluitend Nederlandstalig. In België geldt immers het territorialiteitsbeginsel, zoals in wel meer federale landen

 

VLAAMSE RAND INTERNATIONALISEERT

Van de bijna 600.000 inwoners in de vijfendertig gemeenten van Halle-Vilvoorde, is een belangrijk deel anderstalig. Hoeveel precies is niet geweten. Ook de 6 faciliteitengemeenten stonden de laatste decennia onder druk van de verfransing en de internationalisering. Toch blijven ook die gemeenten behoren tot het Nederlandse taalgebied en blijft, op hun uitzonderingsstatuut na, de officiële taal er Nederlands. Voor veel buitenstaanders is die situatie moeilijk te begrijpen. Ze is echter het resultaat van een evenwichtig geheel van afspraken tussen de taalgemeenschappen in België.


TERRITORIALITEITSPRINCIPE

Met het afbakenen van ons land in taalgebieden werd ook het territorialiteitsbeginsel ingevoerd. Dat betekent dat de streektaal ook de bestuurs-, onderwijs- en gerechtstaal is. Concreet moet dat in Vlaanderen overal in het Nederlands gebeuren, ook al spreekt in sommige gemeenten het grootste deel van de inwoners een andere taal. Dezelfde regel geldt trouwens in het Franse en Duitse taalgebied. In de loop van de jaren hebben Franstaligen en Nederlandstaligen dat territorialiteitsprincipe samen vorm gegeven. Het staat ook in de grondwet en kan dus niet makkelijk gewijzigd worden. Daarvoor bestaat trouwens geen politieke meerderheid.


RESULTAAT VAN HISTORISCHE EVOLUTIE

De taalgrens kan niet zomaar aangepast worden. Daarvoor is in het federale parlement een bijzondere meerderheid nodig. Dat betekent dat het wijzigingsvoorstel in de Kamer en in de Senaat een tweederde meerderheid achter zich moet krijgen en dat in elke taalgroep een meerderheid van de parlementsleden achter de wet moet staan. De taalgrens kan dus maar worden gewijzigd als daar zowel bij Nederlandstalige als bij Franstalige parlementsleden een meerderheid voor wordt gevonden. Vlamingen en Franstaligen kunnen de taalgrens nooit eenzijdig veranderen. Dat in sommige Vlaamse gemeenten veel Franstaligen en anderstaligen wonen, verandert daar niets aan. Aangezien er zeker bij Vlaamse politici niet de wil is om over het veranderen van de taalgrens te spreken, is de kans nagenoeg onbestaande dat die situatie snel zou veranderen.


NIET ALLEEN IN BELGIË

Overigens is niet alleen het Belgische federale model opgebouwd rond het territorialiteitsbeginsel. Ook in andere meertalige landen, zoals Zwitserland,ordt dat toegepast. Daar is de onderliggende redenering dezelfde als die in België. Een levende taal is onlosmakelijk verbonden met een territorium en met de mensen die op dat grondgebied wonen.
 

 

 

Anderstalig

10 TAALVRAGEN

 

  1. Welke taal spreekt men in België?
  2. In welke taal kan ik bij de overheid terecht?
  3. In welke taal naar school?
  4. Welke taal spreken de bedrijven en ziekenhuizen?
  5. Hoe blijf ik het best op de hoogte van de Belgische actualiteit?
  6. Waarom is België niet gewoon tweetalig?
  7. Waarom houden Vlamingen zo vast aan de eentaligheid in de Vlaamse Rand?
  8. Waarom blijven randgemeenten rond Brussel Vlaams. Ook als er een meerderheid anderstaligen woont?
  9. Waarom is Brussel tweetalig als er maar een kleine minderheid Nederlandstaligen woont?
  10. Waarom wil Vlaanderen het minderhedenverdrag niet ratificeren?